Chobe Rivier

18 juli 2018 - Chobe National Park, Botswana

Voor het eerst deze reis hebben we internet zoals we dat thuis hebben, en een douche zo groot als de twee daktenten samen. We ontbijten op het terras terwijl de impala’s grazen aan de oever van de Chobe. Luxe!
We staan op het punt te vertrekken wanneer Beaf de parking komt oprijden. Zijn baas bleek deze ochtend niet blij te zijn, Beaf had ons gisteren geen andere wagen mogen meegeven. Hoe we dan in het midden van de nacht een hotel moesten zoeken is ons niet duidelijk, maar we beloven om onmiddellijk bij Bushlore langs te gaan. Na contact met het hoofdkantoor in Johannesburg mogen we de terreinwagen toch houden, en even later vertrekken we met de nodige documenten om binnen een week de grens met Zuid-Afrika opnieuw over te steken met de wagen, en een andere satelliet telefoon.

We overwegen om ons reisplan aan te passen en toch nog naar Chobe te gaan, maar dat zou willen zeggen dat we de kampeerplekken voor de komende nachten zouden moeten om boeken. Bovendien is het moeilijk om te kiezen wat we dan wel zouden laten vallen. Na overleg beslissen we om zoals gepland naar Senyati Safari Camp, vlakbij Kasane, te gaan.

Kasane is een stadje in het uiterste noordoosten van Botswana, vlakbij het vierlandenpunt tussen Namibië, Botswana, Zambia en Zimbabwe. De Chobe en Zambezi rivieren vormen de grenzen. We rijden langs een oneindig lange rij vrachtwagens, die staan te wachten om de ferry over de Zambezi naar Kazungula in Zambia nemen. We horen later dat het twee weken tot een maand kan duren eer ze de boot op kunnen. We beseffen alweer dat we een luxe leven leiden in België.

Senyati blijkt een prachtige camping. Elke plek heeft eigen sanitair met douche, toilet en keukentje. Bovendien is er een waterplas die je niet alleen vanop een hoger geleden houten bar kan bekijken, maar ook vanuit een ondergrondse ‘bunker’. In de bunker zit je op enkele meters van de waterhole, en vooral van de dieren die er komen drinken.

We boeken hier een boottocht op de Chobe rivier. Op een kleine motorboot varen we vanuit Kasane het Chobe wildpark binnen. Gisteren hebben we de drive langs de rivier dan wel gemist, maar de tocht op de rivier maakt veel goed. We varen langs Seduku eiland in het midden van de rivier, waar ontelbare Kaapse buffels (de kleine broer van de water buffel) lopen te grazen. Op de oever koesteren een babykrokodil en enkele leguanen de laatste zonnestralen van de dag. Aan de overzijde van de rivier, in Namibië, troepen de olifanten samen. Even later varen we langs drie gigantische krokodillen, zelfs met gesloten bek zijn hun tanden indrukwekkend.
In het water spotten we vechtende nijlpaarden, ze tonen hun bek hoog boven het water, zo actief zagen we ze nog niet. Giraffen en kudu’s verzamelen aan de oevers om te drinken. 
Het is bewolkt dus vanavond zien we geen typisch Afrikaanse zonsondergang. We varen na een uur of drie op volle kracht terug en staan net voor het donker opnieuw aan land.

Terug op Senyati staan er wel dertig olifanten bij de intussen verlichte waterplas. De camping ligt op de oversteekroute tussen Hwange National Park in Zimbabwe en Chobe in Botswana. 
Grote groepen vrouwtjes met kleine olifanten lopen af en aan. Wanneer enkele stieren, die alleen of met enkele andere bulls leven, aankomen bij de plas worden de vrouwtjes onrustig en gaan ze rond de kleine olifanten staan, ter bescherming lijkt het. Verder weg lopen giraffen aan de horizon. Hier kan geen televisie tegen op, we blijven ook na het eten zitten tot het bedtijd is…

Foto’s